Terwijl ik vroeger, 30 jaar geleden, op kleine festivalletjes meestal de enige was met een fototoestel, struikel je tegenwoordig over de fotografen aan het podium.
Het grote verschil is dat ik vroeger:
- als ik voor kleur koos, ik diafilm prefereerde, want die kon je goed “oppompen” naar een hogere ISO.
- moest kiezen tussen zwart-wit of kleur want ik had maar 1 goede camera
- ik maar +/- 68 foto’s op een optreden kon maken (elke foto-dia koste mij extra geld)
- niemand dezelfde avond vroeg of hij/zij de foto’s al mocht zien
- ik minstens een weekje moest wachten totdat ik het resultaat van mijn foto’s zag
En net dat laatste was voor mij de magie van fotografie. Bij de fotograaf je pakketje opendoen en snel je diafilm tegen het licht houden om te zien of de belichting al goed was. Of het ultieme genot, in de donkere kamer je foto zien verschijnen als je je blad in de ontwikkelaar legt.
Ik besef heel goed dat ik wat betreft analoge fotografie nog niet aan de enkels kom van de nog oudere ‘rakkers’ van mijn fotoclub. Ze laten me zelfs achter bij het digitale gebeuren. Waarom? Omdat zij dingen zien. Geloof je me niet? Kom dan naar de tentoonstelling “Natuurlijk” van Projecta in CC Muze (www.muze.be) dit van 15 juni t.e.m. 1 juli. Mijn concertfoto’s zijn wel de beste van de hele club, …., niet zo moeilijk als je de enige bent in dat genre 😉 . (Blinden, eenoog, koning, weet je wel)
Trouwens het mooie van deze tentoonstelling is dat de vrouwen van va-Art van Bolderberg meedoen met prachtige aquarelwerken.
.